Corona zorgde ervoor dat we aan de lijve ondervonden dat er grenzen zijn aan onze vrijheid om te doen wat we zelf willen. Dat zorgde voor heel wat controverse.
Filosoof Patrick Loobuyck, historicus Annelien De Dijn, schrijver Stefan Hertmans, filosofe Alicja Gescinska aan het woord
> krantenknipsels <
Vier hedendaagse stemmen en een klassieke tragedie revisited
Filosoof Patrick Loobuyck
“Veel mensen denken: vrijheid, dat is vrij zijn om te doen en laten wat je wilt. Dat is het dus níet. Er zijn betogingen geweest over de coronamaatregelen onder de grote slogan ‘Freedom!’. Mensen protesteerden tegen mondmaskers, want ‘het is toch mijn eigen lichaam?’ Zo werkt het niet. We hebben allerlei regels in de samenleving die onze vrijheid beknotten. U bent met de wagen naar hier gekomen – u hebt toch ook verkeersregels moeten volgen? De coronacrisis heeft ons geconfronteerd met de vraag: welk soort vrijheid ligt aan de basis van ons samenlevingsmodel?” (…)
De coronacrisis was een oefening in burgerzin?
“Ja, en in solidariteit. Dat dringt bij veel mensen nog steeds niet door. Alle dwingende maatregelen die genomen zijn, pasten in een morele logica van zorgen voor elkaar. Er is u bij mijn weten nooit iets opgelegd om alleen u te beschermen tegen Covid-19. Het doel was altijd om te vermijden dat u het virus doorgeeft en zo anderen ziek maakt. De ander beschermen, dat is een logica die we buiten covidtijden óók gebruiken om dwingende maatregelen te nemen.”
Historicus Annelien De Dijn
“Nederland is volgens mij op twee manieren in verwarring als het om vrijheid gaat. Enerzijds zijn we dus vergeten dat vrijheid sinds de Atheense democratie een collectief begrip was. Samen verantwoordelijk zijn voor collectief bestuur wordt nu nauwelijks nog als vrijheid ervaren. Het neoliberale, individualistische vrijheidsbesef domineert, gericht op de eigen vrijheid om te doen waar je zin in hebt, te consumeren en te feesten zo veel je wil.”
En de tweede verwarring omtrent vrijheid?
“Die betreft de vrijheid van meningsuiting. Toen dit concept in de 18de eeuw ontstond, werd het gebruikt om te strijden tegen de machthebbers: koningen, de katholieke kerk. Mensen als Voltaire bekritiseerden de macht met gevaar voor eigen leven en beriepen zich daarbij op het recht van vrije meningsuiting. Mensen die nu op straat of op sociale media migranten of vrouwen of gehandicapten uitschelden, beroepen zich ook op hun vrijheid van meningsuiting. Vooral op rechts wordt het concept op deze manier ingezet. Dit is een laffe, oneigenlijke vorm van vrijheid van meningsuiting, bedoeld om minderheidsgroepen nog dieper het verdomhoekje in te trappen.”
Schrijver Stefan Hertmans
“Onlangs zag ik op het journaal op de Franse televisie het verslag van een manifestatie in Parijs, waarin om liberté werd geschreeuwd door mensen die zich niet willen laten vaccineren. (…) Op een bepaald ogenblik liep een vrouw voor de camera met een groot kartonnen bord, waarop ze had geschreven: ‘Mieux vaut mourir en liberté que de vivre en esclavage’ – liever sterven in vrijheid dan leven in slavernij. Waarmee ze het discours van de Franse revolutie misbruikte om te schreeuwen dat ze geen zin had ineen prik. Dat ontaarden van het vrijheidsdiscours in een egocentrische kreet heeft iets ontstellends. Het is bijna tragisch dat het vrijheidsideaal heeft geleid tot dit volstrekte weigeren van verantwoordelijkheid. Zonder dat deze mensen het beseffen, zetten ze de weldaden van de samenleving onder druk, verbranden ze de grond onder hun voeten als burgers, beschouwen ze samenleven niet langer als zorg dragen voor de ander, maar als een jungle waarin iedereen zijn zin mag doen.”
Filosofe Alicja Gescinska
U schrijft ook veel over vrijheid. Hoe hebt u naar alle coronabeperkingen en de discussies over het beruchte Covid Safe Ticket (CST) gekeken?
“Die discussies tonen de noodzaak om te blijven praten over wat vrijheid is. Vaak hangen we vast aan één definitie, en dat is de enige juiste, waardoor we constant naast elkaar praten. Sommigen zeggen: wie zich niet laat vaccineren brengt onze vrijheid in gevaar, anderen vragen zich af wat vrijheid nog voorstelt als ze zich tegen hun wil moeten laten vaccineren.”
“Het zou heilzaam zijn mochten we wat vaker stilstaan bij de vraag wat vrijheid is en hoe we dat vroeger opvatten. Neem nu het CST: sommigen noemen dat een verschrikking, een groot kwaad zoals we het nog nooit hebben meegemaakt. Dat klopt niet, er zijn zoveel gelijkaardige beperkingen waarbij de maatschappij zegt dat je alleen kunt deelnemen als je aan bepaalde voorwaarden voldoet. Zoals het rijbewijs: niemand heeft de vrijheid om zomaar de auto te nemen. Je moet eerst een examen afleggen voor je dat pasje krijgt.”
“We zijn ook zeer egocentrisch. De meeste van uw lezers zullen de Belgische nationaliteit hebben. Een prima paspoort: we hebben de vrijheid om te reizen. Een visum regelen vinden we al vervelend en dat een land ons de toegang zou ontzeggen, vinden we ondenkbaar. Maar het feit dat zoveel mensen niet zomaar naar België kunnen reizen, dat vinden we prima. Als onze vrijheid in het gedrang komt, voelen we ons in het nauw gedreven. Dat anderen hun vrijheden beknot worden, daar hebbenwe veel minder problemen mee.”
“We evalueren vrijheid naargelang het ons uitkomt, maar zo werkt vrijheid niet: dat is niet op maat gemaakt van een individu, maar voor de maatschappij. Ik werk graag ’s nachts, maar na tien uur ’s avonds mag ik geen nachtlawaai maken. Ik kan dan klagen dat ik geen piano kan spelen of luid mag zingen, maar die regel is niet verzonnen om mij te koeioneren, maar om mensen de vrijheid te bieden om ’s nachts te rusten, want dat is belangrijk. Zo is vrijheid altijd een evenwichtsoefening. We bekijken het te veel vanuit onze eigen navel.”
Essay
Toen het coronavirus al meer dan een jaar mijn land en de wereld in een wurggreep hield, las ik voor het eerst de wereldberoemde klassieke tragedie Oedipus Rex in voorbereiding van een aantal digitale seminaries. Ik was benieuwd naar waar het leesavontuur van deze eeuwenoude tekst mij zou brengen, maar had helemaal niet verwacht dat ik het een bijzonder spannend verhaal zou vinden, dat me ook daarna nog eens maandenlang bezig zou houden.
In het begin van het toneelstuk wordt het onheil dat Thebe teistert, vijfmaal benoemd als ‘de pest’. Sophocles gebruikte deze plaag waarschijnlijk omdat zijn toehoorders – net zoals wij vandaag, helaas – maar al te goed wisten wat een epidemie doet met een volk. In Athene had er net een plaag gewoed die duizenden slachtoffers had gemaakt. In Oedipus Rex wordt niet alleen verwezen naar het grote aantal slachtoffers dat de ziekte maakte, de epidemie zorgt voor een algemene malaise die schreeuwt om een oplossing. Het volk en de priesters verwachten die oplossing van Oedipus – het hoofdpersonage in dit toneelstuk dat naar hem is vernoemd.
En wij vandaag? Wat verwachten wij, het volk? Hoe reageren wij op een plaag waarbij onze leiders, gesteund door wetenschappers opteren voor lockdowns en vaccinaties en andere maatregelen die onze vrijheid drastisch beperken?
Sophocles, ‘Oedipus Rex’ – gisteren held, vandaag zondebok
De zoektocht van een koning om een pandemie het hoofd te bieden in het oude Griekenland
Lezen ➠