Willen wat een ander wil

Edvard Munch, Jaloezie, 1895

De moeilijkste opgave in het leven is misschien wel je jaloersheid bedwingen. Hoe doe je dat? Helpt het advies van neuropsychiater Jean-Michel Oughourlian, auteur van Notre troisième cerveau (Ons derde brein)? Ook als je verliefd bent op de vrouw van een ander?

Jaloezie

Jaloezie is de titel van een schilderij van Edvard Munch uit 1895. Willen wat een ander wil. Op het schilderij zie je twee mannen en een begeerlijke, naakte vrouw. Je vult zo zelf in dat de man op de voorgrond jaloers is op de aandacht die de vrouw toont voor de man op de achtergrond. Edvard Munch bleef nadien dertig jaar lang variaties op dit thema schilderen.

Als mens wil je leven, goed leven, gelukkig zijn. Maar wat dat betekent, weet je eigenlijk niet echt. Wanneer je geboren wordt, kom je min of meer als een onbeschreven blad op de wereld. Je moet zowat alles leren van een ander: lopen, (netjes) eten, praten, lezen en schrijven, denken, maar dus ook verlangen. Dat doe je allemaal door bewust of onbewust anderen te imiteren: je ouders, broers, zussen, familie, vrienden, leerkrachten enz. In tegenstelling tot planten en dieren die grotendeels voorgeprogrammeerd geboren worden, leren wij mensen wie of wat wij moeten en willen en kunnen worden via imitatie. Wij willen dus vaak/altijd wat anderen willen en net daarom kan onze imitatiedrang leiden tot jaloezie, afgunst en conflicten. Vooral als het object dat we begeren uniek is of schaars en begeerd wordt door iemand die heel nabij is: twee vrienden die dezelfde job ambiëren of twee zussen die verliefd worden op dezelfde knappe man … Vandaar dat het tiende gebod in de joods-christelijke traditie waarschuwend luidt:

Gij zult uw zinnen niet zetten op het huis van uw naaste; gij zult uw zinnen niet zetten op de vrouw van uw naaste, niet op zijn slaaf, zijn slavin, zijn rund of zijn ezel, op niets wat hem toebehoort.
Exodus 20, 17

De Parijse neuropsychiater Jean-Michel Oughourlian (°1940) – een van de gesprekspartners van René Girard in Des choses cachées depuis la fondation du monde (1978) – baseerde zijn therapeutische praktijk op die onontkoombare drang om anderen te imiteren. In 2013 bundelde hij zijn bevindingen in de studie Notre troisième cerveau (Het derde brein):

“Naast het ‘rationele’ en het ’emotionele’ brein postuleert hij een derde entiteit, het mimetische brein, dat een beslissende rol speelt in onze psychische gesteldheid, maar anatomisch deel uitmaakt van de twee andere. Het centrale argument in dit boek is dat deze relationele, imitatieve functie de drijvende kracht is achter de emotionele en cognitieve functies. (…)
In zijn psychotherapeutische praktijk probeert Oughourlian zijn patiënten te laten ontdekken wie hun model is, met wie ze rivaliseren en wie voor hen een obstakel vormt. Het doorzien van het mimetisch mechanisme, het besef dat hun willen een configuratie is van wat anderen hebben aangereikt, kan patiënten voor veel toekomstig leed behoeden en tot beter inzicht leiden in hun eigen biografie: het betekent dat ze de mythische en vervreemdende claim opgeven dat hun begeerte voorafgaat aan die van anderen. Het erkennen daarvan kan pijnlijk zijn, een tijdrovende onderneming vormen, maar uiteindelijk bevrijdend werken.”
M. Elias in De ander in mij – Bijdrage aan Opinitis: Het (on)vermogen tot zelfstandig oordelen (2021).

Hoe rivaliteit te vermijden?

De moeilijkste opgave in het leven is misschien wel je jaloersheid bedwingen. Hoe doe je dat? Helpt het advies van Jean-Michel Oughourlian? Ook als je verliefd bent op de vrouw van een ander? Ik laat hem zelf aan het woord. Eerst in een Engelstalig fragment van 3 minuten, daaronder in vertaling:

“De manier om rivaliteit te vermijden, is te verlangen naar wat je al hebt. Blijven verlangen naar de vrouw met wie je 20 of 30 jaar geleden trouwde. Blijven verlangen naar de auto die je twee of drie jaar geleden kocht en niet voortdurend wensen dat je die andere had die net voorbij kwam of die je buurman net kocht. En zoals Voltaire het uitdrukte: de wijsheid is om voor je eigen tuin te zorgen, om je eigen tuin te cultiveren en eraan te werken. De tuin die van jou is, zonder voortdurend te vergelijken. Vergelijken is een weg naar de hel. Vergelijk je tuin niet met de grotere tuin rechts of de kleinere tuin links. De grotere tuin links bekijk je met afgunst en de kleinere tuin met minachting. Dat is een pad naar de hel. Je moet je concentreren op je eigen tuin en blijven verlangen naar wat je al hebt.
Liefde is iets mysterieus. Maar wat is liefde in termen van psychologie? Het gevoel van liefde is een gevoel van vertrouwen, harmonie … met andere woorden zonder rivaliteit. In een notendop liefde is het paradigma voor een niet-rivaliserende relatie. Alles wat rivaliteit creëert kan de liefde vernietigen. Maar liefde kan ons aan de andere kant ook behoeden voor rivaliteit, kan een soort remedie tegen rivaliteit zijn. En dit wordt natuurlijk erg benadrukt in het evangelie. Dit wordt erg in de verf gezet in verschillende religies en levensbeschouwingen over de hele wereld. Voornamelijk in de evangeliën. Laten we niet vergeten dat Jezus Christus ons aanraadde om boven alles elkaar lief te hebben.”

Zie ook: mijn bespreking van Optimisez votre cerveau (2019) van Jean-Michel Oughourlian:
Lezen ➠

Jaloezie van Munch

Toen ik een afbeelding zocht om het thema te illustreren, vond ik Jaloezie, een schilderij van de Noorse kunstenaar Edvard Munch (1863 – 1944). Het was de start van een fascinerende ontdekkingsreis.

© munch.org

Munch maakte bijzonder veel versies van Jaloezie, schilderijen maar ook lithografieën. Hierboven staat het eerste schilderij, gemaakt in 1895; het laatste dateert van meer dan 30 jaar later. Je kan er heel wat bekijken op deze Wikipedia-pagina.

> Tik of klik op de afbeelding om ze te bekijken <
Wie en wat is er te zien?

“Het schilderij Jaloezie (1895) combineert het Adam en Eva-thema met de afbeelding van Stainislaw Przybyszewski – de Poolse dichter en vriend van Munch, met zijn prominente bebaarde gelaatstrekken. De gelijkenis met Przybyszewski in Jaloezie wordt vaak in verband gebracht met Munch’ vermoedelijk amoureuze relatie met de vrouw van de dichter, Dagny Juel, die hij schilderde in 1893 – het jaar van haar huwelijk. (…)

Het kleine schilderij in olieverf (66.8 cm × 100 cm) is stevig gestructureerd en de definitie van de beeldvlakken is buitengewoon helder. Przybyszewski neemt de uiterste voorgrond in, boom en deur delen het middenvlak, en de quasi-bijbelse gebeurtenis verdwijnt in de verre beeldruimte.

Munch (gaf) enkel Przybyszewski herkenbare kenmerken. Eva, gedeeltelijk bedekt met scharlakenrode kleding, ontbloot een naakte voorkant (…). Ze wordt afgebeeld terwijl ze de noodlottige appel plukt (…).

Przybyszewski’s kleurloze gelaatstrekken staan ​​in schril contrast met de sensuele roodheid van Eva’s gezicht en vloeiende kleding – een roodheid die op haar beurt wordt weerspiegeld in de zondige appel en de potplant die voor de deur staat. Adam verschijnt in moderne kleding (…) om het oude thema in een hedendaagse context te plaatsen. (…)”

(vertaling van de Engelse tekst op edvardmunch.org)

De obsessieve drang om voortdurend terug te grijpen naar het thema van de jaloerse liefdesrivaal zouden dus wel eens diepe wortels kunnen hebben in het persoonlijke leven van Munch. Op de tijdlijn op de website van het Munch-museum in Oslo staan naast Dagny Juel nog drie andere vrouwen vermeld. Telkens opnieuw bleken rivalen zijn liefdesleven te dwarsbomen. Of zijn het veeleer de rivalen die Munchs lust en liefde voor die vrouwen opwekten of aanwakkerden?

  • Zijn eerste liefde Milly Thaulow, vier jaar ouder en getrouwd – “Hun geheime relatie vervult hem met lust en liefde, maar ook met schaamte en ambivalentie.”
  • Dagny Juel – “door haar mysterieuze uitstraling en de excentrieke gratie van haar solodansen, werd ze meteen een middelpunt van aandacht voor de overwegend mannelijke artiesten en schrijvers in Berlijn.”
  • Zijn turbulente relatie met Mathilde ’Tulla’ Larsen kostte hem een vingerkootje.
  • Ten slotte is er de Engelse violiste Eva Mudocci – waarvan Wikipedia weet te vertellen dat zij een lesbische relatie had met haar piano-partner Bella Edwards op het moment dat zij vermoedelijk de minnares werd van Munch en dat zij eveneens de muze was van Henri Matisse.

Essay

Over het Adam en Eva-verhaal als oer-verhaal van de jaloezie schrijf ik uitgebreid in een essay over Lucifer van Joost van den Vondel (1587 – 1679). Vondel laat in zijn toneelstuk Apollion, de engel die de pas geschapen mensen in opdracht van Lucifer moet bespieden, jaloers worden op alles wat Adam in het Aards Paradijs heeft. Apollion blijkt vooral onder de indruk van de seksuele begeerte van Adam voor Eva, een jaloezie die zijn overste doet opmerken: “Het schijnt ghy blaeckt van minne om ’t vrouwelijcke dier.” En ja, hij geeft het toe, hij is verliefd geworden op Eva.

Het eerste bedrijf van Vondels ‘Lucifer’ – de wortels van het kwaad
Lezen ➠