‘Neem jezelf de gesel uit handen’

Moslim-vader vergeeft moordenaar van zijn zoon © YouTube

“Ik ben op zoek naar wat verlossing zou kunnen zijn” – Arjen Broers, pastor in de Dominicuskerk in Amsterdam aan het woord:

Ik ben op zoek naar wat verlossing zou kunnen zijn

Ik vertel een verhaal.

Ik ken een vrouw – ik heb gevraagd of ik dit mocht vertellen – die in haar jeugd werd aangerand door een onderwijzer. Haar ouders kwamen toen onvoldoende voor haar op. Een tijd geleden kwam de verlatenheid tevoorschijn die ze toen als kind voelde. Ze nam een tijdje afstand van haar inmiddels bejaarde moeder, want ze kon niet meer doen alsof alles goed was.

Toen vierde ze Kerstmis bij haar broer, die een eind weg woont. Haar moeder was er ook. Na het familiefeest ging ze mee om bij haar moeder te logeren. Toen ze in bed lag kwam haar moeder naar haar toe en vroeg: ‘Mag ik je onderstoppen?’

Haar moeder ging bij haar zitten, net als vroeger, op de rand van haar bed. Ze had een gehaakt popje in haar hand, een moeder en een kind. Ze zei: ‘Ik heb je angst en verdriet gehoord en gevoeld. En ik ben niet bij machte geweest om iets te zeggen of te doen. Ik zou je zo graag willen geven, alsnog, wat ik toen niet kon.’

Ik heb het nu al een paar keer verteld, dit verhaal, en elke keer raakt het. Omdat het zo waar is, denk ik.

En: het geeft me de moed om nog even door te zoeken, naar wat verlossing is.

De Franse filosoof René Girard liet in zijn werk zien hoe ongelofelijk groot de rol van geweld is in ons samenleven. Hoe frustraties zich opbouwen en opbouwen – en dan een ontlading krijgen. Geweld roept tegengeweld op, soms alleen maar in de vorm van trauma of wrokkigheid, en dat gaat eindeloos verder.

Een veelgebruikte manier om anders met geweld om te gaan is te zoeken naar een zondebok, iemand die niet terug kan slaan. Na een ontlading op een zondebok kunnen we weer even vooruit. Dat gebeurt in het klein – kijk maar naar families en hun zwarte schapen – en in het groot – kijk maar naar de geschiedenis van de joden.

Het begrip ‘zondebok’ komt overigens uit de Bijbel, het boek Leviticus. Vóór de verwoesting van de tempel, in 70 na Christus, vierden de joden Grote Verzoendag door een bok symbolisch te beladen met hun zonden en het beest daarna de woestijn in te jagen. Er zijn zelfs geschriften bekend waarin staat dat de bok een doornenkroon op de kop werd gedrukt.

De Nederlandse dominicaan André Lascaris introduceerde Girard in Nederland. Van hem leerde ik wat het allerbelangrijkste woord is in het optreden van Jezus van Nazareth. En dat is: vergeving. Lascaris zei: vergeving is de enige manier om de keten van geweld en tegengeweld echt te doorbreken. Het betekent dat je je wrokkigheid loslaat, je behoefte aan wraak laat varen, dat je besluit oude rekeningen niet te vereffenen. Zo geef je de ander en ook jezelf de kans om vrij te komen van schulden en schuldgevoelens.

Je ontneemt het geweld de macht op tegengeweld. ‘Neem jezelf de gesel uit handen’, dichtte Mustafa Stitou.

Als je cynisch bent, denk je: ‘Ja, maar zo werkt de wereld niet’. In de verhalen over Jezus zijn er telkens mensen – leerlingen of brave mensen, zoals wij – die zo reageren.

Jezus ging er desondanks mee door en kreeg vooral respons van wie het nodig hadden. Hij raakte aan wie onaanraakbaar was, liet blinden zien en doven horen en lammen lopen – door te vergeven. Omdat, zei hij, deed hij, God ten diepste dat is: barmhartig en genadig, eindeloos, eindeloos barmhartig. Dat wekt tot leven, zelfs wat dood is.

Uiteindelijk deed Jezus het, zelf. Hij onderging het geweld dat hem het leven kostte – en hij sloeg niet terug. Ook in de verhalen over zijn verrijzenis staat niets over wraak of terugslaan. Jezus was niet reactief, alleen maar aanwezig. Zo ontnam hij het geweld zijn definitieve macht.

Vecht het noodwendige gevecht,
durf te vertrouwen, speel, haak aan
bij de helpende stemmen. Spreek
en stroom en vrees niet, vriend,
uit te monden in verlatenheid.

Misschien heeft dit met verlossing te maken. Dat we helpende stemmen worden. Dat we zo leren te vertrouwen op genade en barmhartigheid dat we loskomen van de keten van geweld. Dat we vrij worden van cynisme, tot in de dood – en zelfs daar voorbij.

En misschien is het verlossing dat jij en ik, dat wij helemaal vrij zijn om met God mee te doen, precies zoals we zijn.

Ik red het niet, ik vind dit zo groot, zo ongelofelijk.

Nog één verhaaltje dan. Om te beginnen.

Ik sprak een man die zijn vader had verteld wat hij gemist had in zijn opgroeien. Het was een pijnlijk verhaal. Zijn vader hoorde hem heel aandachtig aan en zei daarna alleen maar: ‘Ach. Ach jongen toch’.

‘En gek’, zei de man. ‘Dat was genoeg.’

Ach jongen toch.
Ach meiske toch.

Dat we zo aanwezig mogen zijn, bij onszelf, en bij elkaar.
In Jezus’ naam. Amen

© Arjan Broers

De preek refereert naar het gedicht ‘Talisman’ van de Marokkaans-Nederlandse dichter Mustafa Stitou. Je kan het lezen en beluisteren (de dichter leest het prachtig voor) op mijn site Gedichten proeven.