Marijke Schermer, Noodweer, 2019, p. 98
“Ze hoorde een keer een man uit New Orleans wiens wijnkelder na Katrina blank was komen te staan. De wijn, flessen van tienduizenden euro’s per stuk, op veilingen gekocht, was intact, die zat immers veilig in een fles, maar de etiketten waren losgeweekt waardoor de wijn niets meer waard was. Kale flessen dobberden rond tussen de snippers onleesbaar papier. Geen betere manier om te onderstrepen hoe zinloos en leugenachtig zijn business was. Je betaalde zestigduizend euro voor een etiket en niemand zou de zogenaamde waarde van de wijn herkennen als hij hem proefde. ‘Dit kunnen we weggooien,’ zei de wijnhandelaar. ‘Of opdrinken,’ suggereerde de vrouw die hem interviewde. ‘Wat op hetzelfde neerkomt,’ zei hij.”