Essays over identiteit, nabootsing en geweld

Vooraf

René Girard over verlangen en mimetische begeerte

– Waar komen onze verlangens vandaan? –

De analyses van gedichten, romans, films en toneelstukken die je hier kan lezen, belichten steeds opnieuw René Girards hypothese over het menselijk verlangen: de mimetische begeerte

© Hamburger Kunsthalle – Der Wanderer über dem Nebelmeer, Caspar David Friedrich, 1818

Mensen denken dat hun verlangens ofwel uit henzelf komen: ik heb echt zin in zo’n heerlijk schuimend pilsje van de tap, ik verlang ernaar x terug te zien morgenavond, ik kijk al uit naar het gezellig avondje tv straks. Ofwel ontstaan die verlangens, denken wij, door de intrinsieke kwaliteiten van ‘het object’: x is een knappe, innemende man of vrouw die ik wil daten, y een smartphone met een topcamera die ik wil aanschaffen, z een prachtig, uniek museum dat ik wil bezoeken. Volgens René Girard zijn onze verlangens echter meestal, zoniet altijd, mimetisch: we kijken (als subject) voortdurend naar anderen en we willen wat een ander (ons model) of wat meerdere anderen zoal willen, kunnen, wensen, durven en doen (het object). Idem dito voor onze verlangens om dingen te bezitten, ook hierin imiteren we anderen.

Objecten begeren door modellen na te bootsen – zegt Girard verder – doen we zonder dat we het beseffen. Het is een onbewust proces. Meer nog, wij zullen het altijd opnieuw ontkennen. Doen wat een ander doet, noemen we dat bij volwassen mensen niet spottend na-aperij? Willen wat een ander wil hebben, noemen we dat niet afkeurend jaloezie of – erger nog – afgunst?

Voor jaloezie heb je je – hoe je het ook wendt of keert – te schamen. Of het nu gaat om het begeren wat een ander heeft, of om het misgunnen aan een ander wat jij voor het jouwe aanziet, het is maar beter het nooit als een drijvende kracht in je te afficheren, hoogstens als een hebbelijkheidje van voorbijgaande of secundaire aard, een komische trek zoals stotteren of een loopneus. Intussen zit die groen-gele roofvogel daar op onze schouder en grijnslacht. Hij weet, wat voor zotskap we hem ook opzetten, dat hij op een dag zijn klauwen in ons nekvel zal slaan, zich niets aantrekkend van de figurantenrol waarin we hem hebben teruggeduwd, en zal triomferen als de koning aller tragedies.

G. Komrij, ‘Humeuren en temperamenten: een encyclopedie van het gevoel‘, 1989.

Ons verlangen om te bezitten wat een ander bezit, of te zijn zoals de andere is, leidt – gelukkig maar – niet altijd tot rivaliteit, conflicten en geweld. Dat gebeurt inderdaad slechts zelden zolang er objecten genoeg zijn of zolang die objecten ‘deelbaar’ zijn: er zijn massa’s dezelfde of soortgelijke blitse auto’s, innovatieve smartphones en hippe sportschoenen. Dat gebeurt ook niet zolang het model dat je verlangens inspireert ver weg is en geen deel uitmaakt van je eigen leefwereld: je bent dol op een tv-, film-, pop- of voetbalster, een influencer of een schrijver van wie je de kleding, het taalgebruik of het (koop)gedrag nabootst. Of zolang – maar dat is al veel moeilijker – je model iemand is uit je dichte omgeving waarmee je niet wil rivaliseren: je vader, je moeder, je broer, je zus, je (beste) vriend of vriendin. Je kan dan makkelijker hard je best doen om je verlangen naar hetzelfde object aan banden te leggen. Blij zijn voor een ander en niet jaloers of afgunstig zijn, ja, dat kan.

Je nabootsend verlangen wordt een steeds gevaarlijker begeerte wanneer het object uniek is en/of ondeelbaar: een man of vrouw die je wil als liefdes- en levenspartner, een bepaalde job of functie binnen een bedrijf enz. Je model leeft dan inderdaad niet langer in een andere wereld of in een andere tijd, maar hij of zij is iemand uit je directe omgeving en je kan en wil desnoods de strijd met je model-rivaal aangaan.

Dit object willen bezitten wordt een voortdurend heviger verlangen omdat subject en model elkaars begeerte nabootsen en verhevigen waardoor mimetische begeerte ontaardt in mimetische rivaliteit. Je raakt met je model in een vicieuze cirkel, waarbij je een bijzonder prestige toedicht aan je model: je gelooft dat je model uit zichzelf verlangt en een zelfverzekerdheid en alwetendheid bezit die jij niet hebt en waar jij van droomt. René Girard noemt je model/rivaal daarom soms ook de Ander (l’Autre), mét hoofdletter:

We zouden kunnen besluiten het woord ‘begeren’ alleen maar te gebruiken vanaf het moment waarop het niet als zodanig herkende mechanisme van de mimetische rivaliteit deze ontologische of metafysische dimensie verleent aan wat voordien niet meer dan een simpele behoefte of wens was.

René Girard, Wat vanaf het begin der tijden verborgen was … : een onderzoek in samenwerking met Jean-Michel Oughourlian en Guy Lefort, 1978, Nederlandse vertaling 1990, p. 349 – 350.

Literatuur die de mimetische begeerte van de mens aan het licht brengt, noemt René Girard romanesk; literatuur die deze mimetische begeerte verdoezelt of miskent, noemt hij romantisch. Het werd de titel van zijn eerste studie: De romantische leugen en de romaneske waarheid, 1961, nieuwe Nederlandse vertaling 2024. Het moet gezegd, in de romaneske literatuur plaatste en besprak Girard alleen maar toppers uit de wereldliteratuur: CervantesProust, Dostojevski … Later schreef hij ook nog een studie over de toneelstukken van Shakespeare. Ik las vrij recent een aantal van de romaneske romans en toneelstukken die René Girard besprak: Madame Bovary van Flaubert; Oedipus koning van Sophocles, De eeuwige echtgenoot van Dostojevskien kwam er andere op het spoor. Het zijn deze leesavonturen die je hier kan lezen.

De geniale romanciers zijn de enigen die, door te laten zien dat het leven van de hartstochtelijke mens een en al imitatie is, licht werpen in de diepste krochten van de westerse ziel.

René Girard, ‘De romantische leugen en de romaneske waarheid‘, 1961 – Nederlandse vertaling 2022, p. 198

Joost Dancet

© vrtnws – Lange file aan top van Everest, nu wellicht al 10 doden dit seizoen

Over René Girard

Meer lezen in het Nederlands over René Girard en de mimetische theorie kan via de website van de Girard Studiekring: girard.nl


Essays over identiteit, nabootsing en geweld
Inhoudsopgave ➠